Het maken van een verkeersmodel is iets heel anders dan het maken van beleid. Het zijn dan ook twee gescheiden werelden en het lukt slechts enkelen om heen en weer te pendelen. Een recept voor onbegrip en onvrede.
Het gebruik van verkeersmodellen in beleidsprocessen gaat dan ook niet zonder meer goed. De problemen met verkeersmodellen zijn echter niet alleen het gevolg van inadequate verkeersmodellen. De problemen kunnen ook het gevolg zijn van verkeerd gebruik van verkeersmodellen, bijvoorbeeld doordat men te hoge verwachtingen heeft van wat een model kan of doordat men de beschikbare modellen op het verkeerde moment voor het verkeerde vraagstuk gebruikt.
Een belangrijk deel van het probleem en oplossing zit niet bij de technische kant van verkeersmodellen zit, maar bij de governance van modelstudies. De verantwoordelijkheden rond aansturing, beheer, uitvoering en toetsing van modelontwikkeling en modeltoepassingen zijn onduidelijk en gefragmenteerd. Samenwerking en afstemming tussen Rijk en lagere overheden rond verkeersmodellen is gebrekkig en ad hoc.
Ook zit een deel van het probleem en oplossing bij de gebruikers van verkeersmodellen. In de huidige rekencultuur wordt te snel naar het meest complexe model gegrepen en wordt te weinig gerekend op de achterkant van een bierviltje. Modellen worden te veel gebruikt als wapen in de rechtzaal door een claim op de ‘waarheid’ te kunnen doen en te weinig als instrument om gezamenlijk tot een beter inzicht in een verkeersprobleem of oplossing te komen.
Om tot een meer realistische rekencultuur en een betere governance van verkeersmodellen te komen, moet modelontwikkeling wel anders. In plaats van steeds nauwkeurigere prognoses te maken is het ook nodig te kijken naar een meer open en coöperatieve manier van modelontwikkeling waarin niet technisch vernuft centraal staat maar samenwerking en transparantie.
Dit paper is geschreven voor het vervoersplanologisch colloquium 2009, te Antwerpen. Het paper is hier te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten